Liftershigh

Nu de zon steeds vaker schijnt (en ik sinds ik in de hoofdstad woon kilometers fiets per dag (team-hartstikke-cardio)) tel ik iedere ochtend meer hardlopers. Lekker dribbelend langs de kant van de weg, in de berm en voor mijn wielen. In gezellig gekleurde thermoshirts, nog mooiere schoenen, oortjes in, bandjes om, dat soort dingen. Ik vind het tof en ben hartstikke jaloers op het feit dat zij kunnen rennen en de zogenaamde runnershigh mogen meemaken.

De runnershigh. Ik heb daar wel eens van gehoord maar weet tot op de dag van vandaag niet wat het is. In een grijs verleden heb ik wel eens een hardloopschema gehad. Zo’n schema waar je begint met 30 seconden rennen, een minuut lopen, en dat dan tot in den treuren herhalen tot je vijf kilometer zonder tussenstop kan hardlopen. Met frisse moed begon ik aan zulke schema’s, maar na een aantal weken kon ik nog geen kilometer hardlopen zonder pauzes, laat staan dat ik een runnershigh kreeg. Tenzij een runnershigh een mega oncomfortabel, rottig, zweterig, en stekend gevoel is met dito uiterlijk. Dan wel.

Nee hoor, laat mij maar liften. In de verte het geluid van ijzer op ijzer zodra je de sportschool in loopt. Een vage geur van zweet gemengd met Hugo Boss en Axe. Een zacht geroezemoes door de zaal, maar amper hoorbaar door de muziek die uit mijn koptelefoon beukt. Opzwepende tracks klinken door de speakers, maar mijn muziek staat harder. Hard genoeg om de mensen om me heen niet te horen, en dat is bewust.

Thuis pak ik m’n tas. Handdoek? Check. Notitieboekje? Check. Belt? Check. Straps? Check. Water met BCAA? Check. Ik strik m’n veters, trek een vest aan en loop op de maat van de beat naar beneden om m’n fiets te pakken.

Ik trap automatisch mee op de maat van de muziek en in mijn hoofd loop ik vast het schema van vandaag door. In gedachten maak ik de bewegingen, weet ik welke gewichten ik wil pakken, welke PR’s ik wil zetten. Het PR van de week ervoor moet worden gecrusht. Keer op keer.

Eenmaal binnen knik ik een paar bekenden toe en loop ik direct door naar het squatrack. De warming up doe ik met een lege stang. Ik knijp mijn vuisten om het ijzer en voel hoe mijn spieren zich aanspannen. Ik focus me op de bewegingen, op mijn ademhaling, op de spiercontractie. Ok, ready, set, go.

De eerste set. Dumbell overhead presses met 18 kilo per hand. Dat is zwaar, heel zwaar en ik voel hoe m’n ademhaling zich versnelt. Door naar de one arm pulldown. 32 kilo. 32 kilo? Met eén arm? Haal ik dat? In mijn hoofd zie ik de schouders van Nicole Wilkins voorbij flitsen. Als zij het kan, dan ik ook. Love it, kill it. Er schieten dertig ongedefinieerde motiverende quotes door mijn hoofd terwijl mijn favoriete workout song begint te spelen. Mijn vingers grijpen het handvat vast. Eén rep [‘Living on the edge, I like to play with fire’], nog een rep [‘I never get burned even if you desire], nog een rep [I’m just a thrill-seeker with trouble on my mind], het brandt, mijn schouders branden, ik kan niet meer, maar ik moet door. Ik grijp het handvat steviger beet. M’n hart bonkt. Nog één rep [Don’t try to be me cause I’m one of a kind]. Yes, gehaald. Ik sta op en kijk voor het eerst weer om me heen. Nog drie van zulke sets te gaan.

Naast het feit dat ik een heel slechte muzieksmaak heb, I know (sorry not sorry, maar luister deze even als je tijd hebt: B-Front & Frequencerz feat. MC Nolz - One Of A Kind) is dit slechts een voorbeeld van hoe een (klein) deel van mijn training er uit ziet.

Het pushen van je eigen lichaam, die laatste rep er uit persen, zweet op je voorhoofd, brandende spieren, een versnelde ademhaling en de wetenschap dat jij en alleen jij die f*cking barbell boven je hoofd kan tillen en niemand anders. Jij samen met het ijzer. Je hoort niets, je ziet niets, je vergeet alles en iedereen – voor heel even – om je heen.

Is dat een beetje hetzelfde als een runnershigh? Dan denk ik namelijk dat ik een liftershigh heb.

 

Share it: Share on FacebookTweet about this on TwitterShare on LinkedInShare on Google+Share on TumblrPin on PinterestEmail this to someone